
Heb je feedback voor ons? Laat het ons weten
Joris is al een tijd erg moe. Hij is ook afgevallen. Sinds een paar dagen heeft hij veel dorst en moet hij heel vaak plassen. Hij gaat naar de huisarts, die zijn bloed onderzoekt. Joris blijkt diabetes (suikerziekte) te hebben.

Het lichaam heeft glucose (suiker) nodig, voor energie. Vanuit het bloed gaat glucose de lichaamscellen in. Maar bij diabetes lukt dit niet goed. De deuren van de cellen blijven dicht. En de glucose blijft in het bloed.

De sleutel die de deuren van de cellen open doet gaan, is het hormoon insuline. Maar Joris’ lichaam maakt niet genoeg insuline aan. Daarom krijgt hij insuline via een spuit of pomp. In het ziekenhuis leert hij hoe hij zelf insuline kan spuiten.

Dankzij de insuline gaan de deuren van de cellen open, en kan de glucose opgenomen worden uit het bloed. Joris’ lichaam krijgt weer meer energie.

Door dagelijks insuline te gebruiken voelt Joris zich langzaam beter. Hij is minder moe en hoeft niet meer zoveel te drinken en plassen.

